Spaarhypotheek

Bij een spaarhypotheek wordt de hypotheek aan het einde van de looptijd afgelost met het saldo van een (gekoppelde) spaarverzekering.

De rentevergoeding op de spaarverzekering is gelijk aan de hypotheekrente die je betaalt. Dit kan echter ook als nadelig gevolg hebben dat de maandlasten hoog blijven bij een (sterke) daling van de hypotheekrente.

De  spaarhypotheek lijkt veel op de bankspaarhypotheek. Bij de bankspaarhypotheek komt er een (gegarandeerde) uitkering uit een spaarrekening. In de polis zit echter wel vaak een kostencomponent (wat niet in een bankspaarhypotheek het geval is). De “onzekere variant” van de spaarhypotheek lijkt het meest op de beleggingshypotheek.

Bij de spaarhypotheek wordt de overlijdensrisicoverzekering “gekoppeld” aan de spaarverzekering. Als dit voldoende is, hoeft er geen aparte overlijdensrisicoverzekering afgesloten te worden.

Download het voorbeeldrapport

Hypotheekrente spaarhypotheek:

Bij een spaarhypotheek of een bankspaarhypotheek is de hypotheekrente gelijk aan de spaarrente van de spaarhypotheek. Als de hypotheekrente daalt, daalt ook de rentevergoeding op de spaarwaarde.

De inleg op spaarhypotheekpremie stijgt als de rentevergoeding daalt. De netto maandlasten bij de spaarhypotheek hoeven dus helemaal niet extra te dalen. De invloed van een lage hypotheekrente met de invloed van de spaarpremie op de maandlasten kan je lezen in het artikel: “Pas op, Lage hypotheekrente“.

Het vergelijken van de hypotheekrente bij een spaarhypotheek is zeker zinvol, maar laat je hierdoor “niet afleiden”. Laat de exacte consequenties exact doorrekenen en overweeg wellicht een andere hypotheekvorm.

Beslissingen hieromtrent kunnen echter ook fiscale gevolgen hebben.

In een hypotheekofferte zie je vaak een combinatie van een spaarhypotheek met een aflossingsvrije hypotheek.

Vanaf 2014 worden er geen nieuwe spaarhypotheken meer afgesloten. Als je een bestaande spaarhypotheek hebt (of een bankspaarhypotheek) is het wel mogelijk deze (fiscaal) voort te zetten bij een andere bank (welke dit uiteraard faciliteren).De waarde opbouw van deze hypotheek vindt plaats in een spaarverzekering welke wordt geplaatst in box 1. Wel geldt er (uiteraard) een vrijstelling op de uitkering als deze wordt gebruikt voor de aflossing op de hypotheek.

Valt de waarde uit de spaarpolis vrij, waarbij geen vrijstelling geldt wordt het interestbestanddeel (zwaar) belast.

De vrijstelling heeft voornamelijk betrekking op de hoogte van de periodieke premie, in verhouding met eventuele hoge premiestortingen.

Met eventuele (persoonlijke) vragen hieromtrent is het zeer te adviseren om een onafhankelijk hypotheekspecialist in te schakelen. Verkeerde besluiten hieromtrent kunnen flinke schade opleveren.

Uiteraard is deze hypotheekvorm ook af te sluiten met NHG. Eventueel in combinatie met een aflossingsvrije hypotheek of een annuïteitenhypotheek. Een “nieuwe” spaarhypotheek in combinatie met een aflossingsvrije hypotheek met NHG komt echter nauwelijks meer voor.

De NHG regels zijn (zo) strak dat deze combinatie nauwelijks meer af te sluiten is.

Dit heeft voornamelijk te maken met de hoogte van de maximale aflossingsvrije hypotheek in relatie tot de waarde van de woning. De hoogte van de spaarhypotheek wordt namelijk ook geteld als zijnde aflossingsvrije hypotheek.

Voordelen spaarhypotheek:

  • Gegarandeerde aflossing aan het einde van de looptijd van de hypotheek
  • Zekerheid van (de hoogte van de) aflossing
  • “Fiscaal vriendelijk” vermogen opbouwen
  • Relatief lage kosten (echter wel veelal hoger dan bij een bankspaarhypotheek)
  • Te combineren met andere hypotheekvormen

Nadelen spaarhypotheek:

  • Strenge eisen voor de vrijstelling (dus minder flexibel)
  • Je lost de hypotheek tussentijds niet af.
  • Verplichting tot het sluiten van de overlijdensrisicoverzekering bij de verzekeringsmaatschappij waar je ook spaart (dit kan eventueel een minder concurrerende premie zijn)
  • Geen sterke daling van de maandlasten bij (sterke) daling van de hypotheekrente.

De hoogte van de hypotheekrente bij een spaarhypotheek ligt over het algemeen hoger dan bij een lineaire hypotheek of annuïteitenhypotheek. Het risico wordt namelijk wat hoger geacht door een bank.

De spaarhypotheek betreft namelijk een hypotheekvorm waarop niet wordt afgelost.